zaterdag 1 november 2014

De legende van Vrouwe Bryggia

Begin november, met Allerheiligen en Allerzielen, als de zon het steeds moeilijker krijgt om door het grijs en het grauw van de lage wolken te breken en het leven als het ware uit de natuur gezogen wordt, herdenken we onze dierbare doden.

De katholieke kerk heeft het feest geënt op  veel oudere tradities, zoals deze van Samhain,  het Keltische nieuwjaarsfeest dat begint aan de vooravond van 1 november. Men vierde de overgang van de zomerperiode naar het begin van de winter.

Volgens de diverse mythen kwamen in deze nacht de werelden van de geesten en de mensen het dichtst bij elkaar, zodat een overgang tussen beide dan gemakkelijk mogelijk was.
De Kelten geloofden dat er op deze dag  een barst in de tijd ontstond en de spirituele wereld geopend werd. De zielen van de doden kregen toestemming in deze éne nacht om terug te komen op aarde.


Ook Brugge kent een legende die gelijkenissen vertoont met bovenstaande Keltische mythe.
De geschiedenis van Brugge is altijd sterk verbonden geweest met de zee. De kustlijn was in vroegere tijden echter zeer veranderlijk en de zee was zeer grillig en onbetrouwbaar. Regelmatig overstroomden grote stukken polderland, ontstonden kreken en waddengebieden en werden eilanden verzwolgen onder huizenhoge golven. Ook veel zeelieden en vissers uit Brugge en het land errond vonden hun graf in het donkere, koude zeewater. Zo gebeurde het dat bij een stormvloed het eiland Wulpen voor de Brugse kust volledig onder water kwam en alle bewoners ervan verdronken …

De legende

Er wordt verteld dat Vrouwe Bryggia, een zieneres uit lang vervlogen tijden, één keer per jaar de zielen van alle mensen die verdronken waren naar Brugge bracht. Dat gebeurde begin november, als de poort voor de zielen werd opengesteld.  Bryggia was een grote vrouw met diepliggende ogen en loshangend haar onder haar breedgerande hoed.  Ze droeg een lange zwarte mantel en bereed een wit gevleugeld paard.


Vrouwe Bryggia (illustratief)




De zielen vormden een hele tros van kleinere en grotere vlammen en volgden haar als gehoorzame kinderen. Zij kwamen van de monding van het Zwin, trokken langs Damme, waar zij een ommegang langs het stadhuis deden en volgden de Reie tot op de Markt. Van de Markt trokken ze naar de Burg en daar verspreidden ze zich in een wijde cirkel om de basiliek van het Heilige Bloed. Er was een levende stilte over het hele plein.

Na een tijdje sprongen de vlammen op en verspreidden zich over de ganse stad. Iedere vlam had een kleed van heel kleine vlammetjes mee gekregen, dat leek op blauwe zeebloempjes. Dit waren de onvervulde verlangens die deze mensen gekoesterd hadden tijdens hun leven, maar door hun onverwachte dood konden die dus niet vervuld worden.

Vervolgens zochten de zielen de huizen op waar ze eertijds hadden gewoond en waar ze met hun geliefden op de dorpel hadden gezeten. Daar lieten ze de blauwe zeebloempjes van het onvervulde verlangen achter en die bleven daar liggen tot aan het ochtendgloren. Daarna keerde Bryggia met haar zielen terug naar de zee.

(Deze legende staat te lezen in het boekje   “Brugse legendewandeling” van Reinoud Van Acker in een uitgave van de West-Vlaamse Gidsenkring vzw. )

De naam Bryggia

De oudste vermelding van de naam Brugge komt voor in het “ Breviarium de thesauro Sancti  Bavonis", een inventaris van de kerkschat van de Gentse Sint-Baafsabdij, die opgesteld werd na de plundering van de abdij door  de Noormannen en de terugkeer van de gevluchte kloosterlingen. Die inventaris kan gedateerd worden tussen 851 en 864 na Christus.



Breviarium de thesauro sancti Bavonis,
(foto: Universiteitsbibliotheek Gent)

De oudste tastbare bron waarop voor het eerst de naam van de stad wordt gebruikt zijn enkele munten van voor 875. Ze vermelden Bruccia, Bruggas, en enkele varianten.


Zilveren penningen uit de muntschat van Assebroek,
toegeschreven aan Karel de eenvoudige (893/898-923)
geslagen te Brugge.
(foto: Stedelijke Fotografische Dienst Brugge)

De oorsprong van de naam Brugge is wellicht  een verbastering van de Keltische naam voor de ondertussen gekanaliseerde rivier de Reie die door Brugge stroomt en vroeger in de Noordzee uitmondde.  De naam Reie zelf zou komen van het Keltische woord Rogia, wat "Heilig Water" betekent. De Kelten beschouwden rivieren en bronnen als goddelijke wezens en het is waarschijnlijk dat de Keltische naam aan de Brugse waterloop is blijven kleven. Door evolutie zou de naam van het water, Rogia of Ryggia, ook de naam van de stad geworden zijn, Bryggia.

Het is ook mogelijk dat er in latere eeuwen een contaminatie heeft plaatsgevonden met het Oud-Noordse woord Bryggja, wat "landingsbrug" of "aanlegkaai" betekent.  Zo waren er vanaf het begin van de negende eeuw veel contacten met Scandinavië via handel over de Noordzee en door de invallen van de Noormannen. 

De nabijheid van de zee

Aanvankelijk was Brugge een nederzetting nabij de Noordzee. In het begin van de middeleeuwen diende de stad als verdedigingsplaats tegen de Noormannen. De zee heeft altijd een heel belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van Brugge. Deze stad wordt dan ook „een geschenk van de Noordzee‟ genoemd. De relatie met de zee loopt als een rode draad door de hele geschiedenis van Bryggia en heeft vanzelfsprekend de contacten met de rest van Europa gedetermineerd. Rond het jaar 1000 ontwikkelde de eenvoudige aanleg- en verdedigingsplaats tot een volwassen stad.



Kaart van de Zwinstreek door Jan De Hervy, 1501
Groeningemuseum Brugge
(foto: Stedelijke Fotografische Dienst Brugge)

Samhain

De Kelten vierden op de vooravond van de winter op 31 oktober Samhain. Het was het afsluiten van het zonnehalfjaar en een voorbereiding op het winterhalfjaar. De duistere, koude en levensbedreigende wintermaanden kwamen er aan.

Samhain was een vruchtbaarheidsfeest. De laatste vruchten werden van de velden gehaald, de laatste aren werden geoogst. En men voerde vruchtbaarheidsrituelen uit, zoals het verbranden en verstrooien van de laatste schoven graan om de nieuwe vruchtbaarheid te wekken.
Tegelijkertijd was het ook een slachtfeest. De kuddes werden uitgedund en alleen de sterkste dieren werden gespaard. Die moesten in de lente voor een vruchtbaar en gezond nageslacht zorgen. De rest van het vee werd geslacht. De maand november wordt ook vandaag nog soms slachtmaand genoemd.

Samhain was ook een nieuwjaarsfeest. Zoals in sommige culturen de nieuwe dag begint met het ondergaan van de zon, zo begint voor de Kelten het nieuwe jaar met het aanvangen van de winterperioden en niet met midwinter.

Samhain was ook een dodenvereringfeest. Het begin van de winter met daarbij het vooruitzicht op bezoek van rondspokende geesten, riep de nodige angst op en wekte de behoefte aan een reeks beschermende maatregelen. Zo stookten de Kelten grote vuren op de heuveltoppen om de kwade geesten die aan het einde van de zomer terugkeerden, weg te jagen. Ze brachten allerlei offergaven om alle onvriendelijke goden gunstig te stemmen. Ook droegen de mensen in die tijd dierenhuiden en maskers om de kwade geesten te misleiden.

Anderen daarentegen wilden op een vriendelijke manier de familiegeesten die op bezoek kwamen, verwelkomen en te zoet houden. Door het buiten zetten van bieten en ander veldgewas. Ook werden bijvoorbeeld lampen die uit suikerbieten gesneden waren rondom het huis opgesteld.

Hotel Bryghia

Op het Oosterlingenplein te Brugge is er nog een hotel dat herinnert aan de naam Bryggia of Bryghia. Hotel Bryghia is onderdeel van het “Oosterlingenhuis”, gebouwd tussen 1478 en 1481.
Het Oosterlingenhuis werd ontworpen door architect Jan vanden Poele en gebouwd door koopmannen van de Duitse Hanse. In 1486 kregen zij van Frederik III, keizer van het Heilige Roomse Rijk, een wapenschild met de afbeelding van een tweekoppige adelaar. Dit wapenschild is te bewonderen boven de ingang van het hotel.



Oudst bekende voorstelling vna het Oosterlingenhuis, dat werd gebouwd tussen 1478 en 1481.
  De tekening is omstreeks het midden van de 16de eeuw ontstaan.
(Musea Brugge)


In 1500 verlieten de handelslui Brugge door verminderde handel, het dichtslibben van het Zwin en de Vlaamse opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk. In 1965 werd het Oosterlingenhuis gerestaureerd en deels ingericht als Hotel Bryghia.

Dit kleinschalige hotel, met uitzicht op de reien, gelegen aan een rustig pleintje, bevindt zich op enkele honderden meters van de Markt van Brugge.






© Marc Willems (2014)
                                        brugse.legenden@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.